Hoefbevangenheid is een zeer pijnlijke aandoening bij paarden en pony’s. Door ontstekingen tussen het hoefbeen en de hoefwand ontstaat er een grote druk op de hoeven. Het paard loopt hierdoor moeizaam en ‘op eieren’. In dit artikel vertellen we je hoe hoefbevangenheid ontstaat en wat je eraan kan doen.
Hoefbevangenheid herkennen
Stijf en stram lopen van de pijn zijn vaak de eerste symptomen van hoefbevangenheid bij een paard of pony. Je dier wil liever niet mee lopen, of geeft geen voetje meer. Wanneer je de hoeven gaat onderzoeken kan het zijn dat deze warmer dan anders aanvoelen. Ook de kootholten kunnen warm zijn en de kroonrand is gevoelig. Hoefbevangenheid uit zich meestal meer in de voorste hoeven. Om deze te ontlasten en de pijn te ontwijken, neemt het paard een typische houding aan. De benen worden naar voren gestrekt en het gewicht verplaatst zich naar de achterhand. In een ernstig geval kan het paard gaan liggen en niet meer willen opstaan. Hierdoor kan hoefbevangenheid verward worden met koliek.
Loopt je paard of pony plots stijf en stram? Staat hij met de voorbenen gestrekt en wil hij liever niet meer meelopen of een voetje geven? Wacht niet af en bel de dierenarts. Je paard kan hoefbevangen zijn.
Wat is hoefbevangenheid?
Het hoefbeen en de hoefwand zijn met elkaar verbonden door structuren die lamellen genoemd worden. Wanneer deze lamellen ontstoken raken, spreken we van een laminitis. Door deze ontsteking verzwakt de verbinding tussen het hoefbeen en de hoefwand. In combinatie met de hoge druk die erop staat, komt het hoefbeen los van de hoefwand te liggen. In een ernstig geval kan het hoefbeen verzakken of kantelen. Het proces is in dit stadium onomkeerbaar. Elk paard kan hoefbevangen raken. Shetlanders en Haflingers zijn gevoeliger voor deze aandoening.
Acute en chronische vorm
Er zijn twee soorten hoefbevangenheid te onderscheiden: de acute vorm en de chronische vorm.
De acute vorm van hoefbevangenheid is te herkennen aan het plotselinge, hevige optreden van eerder genoemde symptomen. Bij tijdig ingrijpen door een dierenarts kan de chronische vorm voorkomen worden.
Een chronische hoefbevangenheid kan al één tot twee dagen na een acute hoefbevangenheid optreden. Ook kan deze vorm geleidelijk ontstaan, zonder dat er acute symptomen geweest zijn.
Het is in beide gevallen belangrijk zo snel mogelijk een dierenarts te raadplegen.
Oorzaken hoefbevangenheid
Verkeerde voeding
Eén van de meest voorkomende oorzaken van hoefbevangenheid is het verkeerd voeren van je paard of pony. Dit kan leiden tot een verstoring van de stofwisseling in de lamellen van de hoef. Er zijn twee manieren van foutief voeren die kunnen leiden tot hoefbevangenheid:
- Het dier neemt te veel fructanen op. Dit ontstaat bijvoorbeeld bij veel weidegang in het voorjaar. Het fructaangehalte is dan in het gras erg hoog.
- Overvoering met haver of krachtvoer. Hierdoor neemt het paard te veel zetmeel op.
Verstoorde hormoonbalans
Een verstoring in de hormoonbalans kan voor een verhoogde gevoeligheid voor hoefbevangenheid zorgen. Een voorbeeld hiervan is PPID (ziekte van Cushing) en EMS (Equine Metabool Syndroom). Bij deze ziekten verandert door insulineresistentie ook de suikerhuishouding.
Overbelasting
Overbelasting van één of meerdere hoeven kan ook een oorzaak zijn. Bijvoorbeeld door te hoge arbeid op een harde ondergrond. Bij een blessure aan een hoef of been, waarbij de andere hoef extra belast wordt, kan hoefbevangenheid ook ontstaan.
Ziekte
Als laatste kan er een ziekte aanwezig zijn die hoefbevangenheid veroorzaakt, bijvoorbeeld diarree of koliek. Door deze ziekte kunnen er gifstoffen, geproduceerd door bacteriën, in het bloed terecht komen. Hierdoor verandert de doorbloeding van de hoeven.
Soms is het niet te achterhalen waarom een paard hoefbevangen raakt. Het is mogelijk dat de genetische aanleg ook een rol speelt.
Behandeling
De dierenarts zal een röntgenfoto maken om het stadium van de hoefbevangenheid te bepalen. Voor het vervolg van de behandeling zal de oorzaak opgespoord moeten worden. Waarschijnlijk volgt er ook voedingsadvies waarbij het paard sober gevoerd moet worden. In alle gevallen is het toedienen van pijnstilling en ontstekingsremmers erg belangrijk. Ook zal de dierenarts samenwerken met een hoefsmid. Hoe sneller de therapie gestart wordt, hoe kleiner de kans op blijvende schade aan de hoef.
Hoefbevangenheid voorkomen
Een goed uitgebalanceerd rantsoen verkleint de kans op hoefbevangenheid. Veel paarden eten meer dan dat ze eigenlijk nodig hebben. Let op met weidegang in het voor- en najaar en ook een schrale weide kan problemen geven. Twijfel je, vraag de dierenarts om een geschikt rantsoen voor jouw paard.
Vermoed je dat je paard hoefbevangen is? Raadpleeg direct je dierenarts! Je kunt er hier een bij je in de buurt vinden.