Welke voorbereidingen moet je treffen?
Zorg in de eerste week voor rust in je huis. Visite kan je beter een weekje uitstellen en vertel ook de kinderen dat jullie nieuwe huisgenoot veel rust nodig heeft. Ligt de pup te slapen, stoor hem dan niet maar wacht tot hij zelf naar je toe komt. Dit geldt ook voor een eventueel nieuwsgierige, al aanwezige hond in je huishouden. De mand, of de bench (dit is een soort hokje met daarin een mand voor je hondje), moet een veilige rustplaats zijn.
Uiteraard kan je nieuwe gezinslid zijn behoefte nog wel eens binnen doen. Geef hem hiervoor geen straf, maar neem hem mee naar buiten op de momenten dat je een plasje verwacht. Deze momenten zijn meestal na het slapen of na het eten.
De eerste dag/nacht
Het is voor je pup de eerste keer dat hij zonder zijn moeder, broertjes en zusjes is. Voor sommige hondjes is dat een hele spannende tijd, anderen hebben er weinig tot geen moeite mee. Toch is het goed om de eerste nachten een oogje in het zeil te houden. Veel pups zullen ‘s nachts gaan piepen en zich alleen voelen. Leg hem dus de eerste nachten te slapen in de buurt van een van de gezinsleden of ga regelmatig even bij hem kijken. Leg eventueel een warm kruikje zijn mand. De warmte van de kruik bootst de rust van het nest een beetje na. Veel pups voelen zich ook veiliger in een bench, omdat dit een kleine, overzichtelijke ruimte is. Je kan in het begin het deurtje van de bench openlaten. Niet alle pups zijn gewend om opgesloten te worden.
Voeding
Zorg dat je de voeding in huis hebt die je pup bij de fokker gewend was. Wil je graag andere voeding geven? Meng dit dan langzaam met de oude voeding, zodat je na een week volledig de nieuwe voeding kan geven. Een plotselinge verandering van voedsel kan voor diarree en buikpijn bij je pup zorgen. Verdeel de porties in vier maaltijden per dag vanwege de beperkte maaginhoud van je pup. Dit kan geleidelijk verminderd worden naar tweemaal per dag op een half jaar leeftijd.
Een pup in de groei heeft een grotere energiebehoefte dan een volwassen hond. Daarnaast vereist deze groei een uitgebalanceerde verhouding van bijvoorbeeld eiwitten en calcium. Deze uitgebalanceerde samenstelling is tijdens de gehele groeifase van belang voor een goede skeletopbouw. Daarom is het advies om een jonge hond tot 1 jaar leeftijd puppyvoeding van goede kwaliteit te geven. Voor reuzenrassen is dit zelfs tot een leeftijd van 1,5 jaar.
Socialisatie en de eerste keer naar buiten
Voor je kleintje is de wereld om hem heen plots een stuk groter geworden. Het nest is verruild voor en grote mand en hij mag dagelijks mee naar buiten. Dit laatste is erg belangrijk, want je pup zit midden in de socialisatiesfase. Dit is een periode waarin hij niet snel bang is en het belangrijk is dat hij veel nieuwe en verschillende situaties meemaakt. Alles wat hij nu ziet en hoort zal hij later eerder als ‘gewoon’ beschouwen. Ga in het begin niet langer dan tien minuten per keer op pad. Er zijn buiten veel indrukken die misschien al snel te veel voor je hondje zijn.
Vind je maatje het naar buiten gaan nog spannend? Neem hem dan tijdelijk mee op de arm. Zo kan hij op een veilige hoogte de wereld verkennen en wennen aan verkeer, geluiden en andere honden. Is hij te groot om op de arm gedragen te worden? Neem hem dan de eerste week enkel mee naar rustige plekken. Beperk de wandelingen tot een lengte van circa tien minuten per keer in de eerste week. Veel dierenklinieken organiseren puppy-party’s, een leuke manier om je hondje aan de dierenkliniek te laten wennen en voor jou een avond of middag met allerlei informatie over de verzorging en opvoeding van je pup.
Parasieten
Pups kunnen wormen krijgen van hun moeder (in de baarmoeder of via melk) of via de omgeving. De meeste pups worden in het nest al ontwormd op 2, 4, 6 en 8 weken leeftijd. Vraag dit voor de zekerheid even na bij de fokker. Geef hierna maandelijks een kuur tegen wormen tot de leeftijd van zes maanden en daarna minstens vier keer per jaar (afhankelijk van de leefomstandigheden en voeding). Wormeitjes zijn met het blote oog niet zichtbaar in de ontlasting. Wormen kunnen bij pups zorgen voor vermagering, groeiproblemen, diarree en braken. Spoelwormen kunnen ook mensen besmetten, redenen genoeg om je hondje dus goed te ontwormen. Er zijn verschillende manieren om te ontwormen; meestal gebeurt dit met een tablet of pipet.
Vlooien komen soms mee vanuit het nest. Vlooienontlasting is zichtbaar als zwarte puntjes in de vacht. Ook in de winter kan een pup vlooien krijgen. Pups kunnen al vanaf 6 weken leeftijd tegen vlooien behandeld worden met een specifieke pipet. Een pipet werkt in het algemeen vier weken. Daarnaast zijn er voor oudere honden ook tabletten en banden die tegen vlooien werken.
Teken zijn spinachtige parasieten die vanuit de omgeving in de vacht van de pup terecht kunnen komen. Teken kunnen, zeker in zuidelijke delen van Europa, vervelende ziekten overbrengen. Er zijn verschillende middelen tegen teken beschikbaar zoals een halsband, pipet of tablet.
Entingen
Je pup heeft als het goed is eerder al twee vaccinaties gekregen. Op de leeftijd van twaalf weken krijgt hij zijn laatste enting bij de dierenarts. Je kan dit in het vaccinatieboekje controleren. Na deze puppyvaccinaties wordt de basisvaccinatie afgerond op 1 jaar leeftijd. Bij de volwassen hond volstaat hierna een jaarlijkse vaccinatie om de afweer op peil te houden.
Tot slot
Een verhuis is een ingrijpende gebeurtenis in zijn leven. Het wennen aan een nieuwe plek kan enkele weken in beslag nemen. Probeer veel geduld te hebben met je nieuwe hondje, uiteindelijk zal je geduld beloond worden met een hechte band en een maatje voor het leven!
Wil je meer informatie over pups? Raadpleeg dan je dierenarts! Je kunt er hier een bij je in de buurt vinden.