Wagenziekte bij hond en kat

Wagenziekte, ook wel reisziekte genoemd, komt net als bij mensen ook voor bij honden en katten. Door de bewegingen van de auto raakt het evenwichtsorgaan verstoord en kan je hond of kat misselijk worden. Twintig procent van de honden en katten heeft last van wagenziekte. Wat kan je doen als jouw huisdier hier last van heeft?

 

Behandeling van wagenziekte

Begin ruim voordat je gaat rijden met een behandeling tegen wagenziekte. Deze bestaat uit het toedienen van een medicijn dat de misselijkheid helpt voorkomen, of een medicijn wat je dier helpt te ontspannen. Geef deze middelen enkel op voorschrift van een dierenarts.

Wil je geen medicijnen geven of ben je ze vergeten te geven? Met deze tips kan je je dier tijdens de rit helpen.

• Neem regelmatig een pauze, laat je hond even buiten bewegen en drinken. Katten kan je tijdens de rit beter in het reismandje laten zitten en eventueel tijdens een pauze vers water aanbieden. Kijk goed uit met het openen van het deurtje! Als je kat op een parkeerplaats ontsnapt is het leed niet te overzien.
• Rijd rustig, voorkom onnodig snel optrekken of afremmen en neem bochten niet te scherp.
• Zet het raampje een klein stukje open, frisse lucht is goed voor je dier.
• Rook niet in de auto.
• Let op met airco en verwarming, zorg dat de temperatuur aangenaam is. Niet te warm en niet te koud.
• Sommige dieren kijken graag naar buiten, andere dieren geeft dit juist onrust. Kijk goed naar de lichaamstaal van je dier wat het beste voor hem werkt. Laat je hond in geen geval met zijn hoofd uit het autoraampje hangen! Dit levert erg gevaarlijke situaties op. Bij katten kan je eventueel een handdoek over het reismandje leggen voor meer beschutting. Zorg altijd voor een goede ventilatie in de auto zodat er voldoende frisse lucht in het mandje kan komen.

Wagenziekte voorkomen

Je kan het ontstaan van wagenziekte zonder medicijnen niet helemaal voorkomen. Wel kan je voorzorgsmaatregelen nemen om de kans op het ontstaan van reisziekte zo klein mogelijk te houden:

• Geef je huisdier geen voedsel binnen twee uur voor vertrek.
• Associeer de autorit met iets leuks. Wanneer je hond al nerveus is bij het instappen zal hij sneller misselijk worden. Bij de kat kan je zorgen dat hij het reismandje met iets leuks associeert. Begin hier thuis, in een ontspannen omgeving mee.
• Maak niet direct lange ritten, maar laat je hond of kat wennen aan de auto door regelmatig korte ritjes te rijden.
• Voorkom stress en onrust bij jezelf en eventueel de andere inzittenden tijdens het rijden. Zorg dat je hond op een veilige plek alleen in de auto zit, bijvoorbeeld in een reisbench of vast aan een hondengordel. Wanneer hij toch misselijk wordt, kan hij niet onrustig door de auto gaan bewegen.

Heb je een pup dan is het goed om hem al jong met de auto en het autorijden bekend te maken. Laat hem eerst aan een stilstaande auto wennen waarvan de motor uit staat. Speel met je pup in en rond de auto en geef hem iets lekkers. Zo kan je steeds een stapje verder gaan totdat je korte ritjes gaat maken. Laat iemand anders rijden en neem zelf je hondje op schoot. Dit geeft geen garantie dat je pup geen wagenziekte ontwikkelt, maar het helpt hem wel te ontspannen tijdens de rit. En een ontspannen hond zal minder snel wagenziek worden.

Wil je meer informatie wagenziekte? Raadpleeg je dierenarts. Vind er hier een bij je in de buurt.