Konijnen eten de hele dag door. Winkels liggen vol met verschillend voer en lekkernijen. Het is belangrijk te weten wat een konijn mag eten en hoeveel. Wat heeft hij nou echt nodig?
In tegenstelling tot wat veel mensen denken, zijn konijnen geen knaagdieren maar haasachtigen. Dit verschil zit voornamelijk in de tanden. Het dieet van een konijn ziet er ook heel anders uit dan die van bijvoorbeeld een cavia. In dit artikel vertellen we je wat je wél of niet aan je konijn kunt voeren. Ook geven we tips over waar je op moet letten wanneer je voer voor je konijn koopt.
Zorgen voor je konijnen
Zorg ervoor dat je konijnen altijd vers hooi en schoon water tot hun beschikking hebben!
Hooi
80% van een konijnendieet bestaat uit goed hooi. Let er op dat het niet te stoffig is of muf ruikt. Hooi is goed voor de darmen en het gebit. Je mag het onbeperkt geven, maar wel verspreid over de dag. Op die manier blijft het ‘vers’. Als je konijnen over het hooi lopen en keutelen, eten ze dit niet meer op. Je kunt hooi beter verpakt kopen dan een baaltje bij de boer. Dit hooi is vaak stoffiger en kan planten bevatten die niet geschikt zijn voor konijnen.
Gras mag je ook geven, mits je konijn hier langzaam aan went. Zo voorkom je dat hij diarree krijgt. Ook bevat gras meer suikers dan hooi, wat ook weer voor problemen kan zorgen met het darmstelsel. Geef alleen geplukt gras, niet gemaaid en haal het weg wanneer je konijnen er niet meer van eten.
Gras plukken
Let op waar je gras voor je konijnen plukt. Gras langs bijvoorbeeld de waterkanten kan besmet zijn met urine van ratten!
Brokken
Veel konijneneigenaren voeren brokjes aan hun konijn. Dit is geen probleem, maar je moet wel weten wat en hoeveel je voert. Vaak wordt er gemengd voer gegeven, een mix van brokjes (biks) en allerlei lekkernijen. Het gevolg is dat de lekkernijen als eerste worden opgegeten en de biks blijft liggen. Terwijl de biks de belangrijkste voedingsstoffen bevat. Het beste is om alleen biks te geven, ongeveer 20 gram per kg lichaamsgewicht per dag. Zo voorkom je ook dat je konijnen te dik worden. Een te dik konijn zal zich niet goed meer kunnen wassen en gaat minder bewegen. Dit zorgt voor nog meer gewichtstoename.
Wat ook belangrijk is, is de calcium-fosforverhouding in het voer. Deze verhouding mag variëren tussen 2:1 en 1:1, waarbij 1,8:1 wordt gezien als de beste verhouding. Dit wil zeggen dat voor één tot twee gram calcium er één gram fosfor in het voer moet zitten. Als er teveel fosfor in het voer zit, kan dit voor ernstige skelet- en tandproblemen zorgen. Teveel calcium kan daarnaast weer zorgen voor blaasproblemen. Zorg naast deze verhouding dat je konijn genoeg zonlicht (vitamine D) en water krijgt.
Je konijn overzetten op ander voer
Net als bij andere dieren, moet het overgaan op ander voer geleidelijk gebeuren. Meng het oude voer met het nieuwe voer. Zie het schema voor overstappen in één week hieronder.
Dag een en twee | 75% oude voer – 25% nieuwe voer |
Dag drie en vier | 50% oude voer – 50% nieuwe voer |
Dag vijf en zes | 25% oude voer – 75% nieuwe voer |
Dag zeven | 100% nieuwe voer |
Groente
De meeste konijnen zijn gek op groente. Niet alle groenten zijn echter goed voor ze. Hieronder staan een aantal voorbeelden van groenten die konijnen wel en niet mogen hebben.
Veilig |
Niet veilig |
Wortel (het groen vinden ze ook heel lekker) | Sla |
Witlof | Aubergine |
Boerenkool | Rabarber |
Knolselderij | Mais |
Andijvie | Courgette |
Broccoli (met mate) | Rode kool |
Bloemkool | Bieslook |
Fruit
Sommige konijnen vinden fruit ontzettend lekker. Het is echter aan te raden dit beperkt te geven vanwege de hoge suikergehaltes. Een stukje fruit kan je zien als een snoepje voor je konijn. Aardbei, appel en banaan zijn voorbeelden van fruit die je af en toe aan je konijn zou kunnen geven. Geef echter nooit meer dan een klein stukje per keer. Pas op met pitten (bijvoorbeeld van een appel), deze kunnen giftig zijn!
Planten
Naast groenten en fruit eten konijnen veel planten. Voorbeelden van planten die ze mogen hebben zijn paardenbloembladeren (de steel is giftig!) en (verse) kruiden zoals basilicum, salie, munt, tijm en dille. Let op waar je de planten vandaan haalt. Je tuin is vaak een goede bron, maar in weides waar wilde konijnen lopen, hondenuitlaatgebieden en langs een (drukke) weg zijn planten vaak vervuild. Ook gedroogde kruiden weten ze te waarderen. Krijgt je konijn medicijnen? Raadpleeg dan altijd eerst je dierenarts over het bijvoeren van planten. Sommige kruiden kunnen de werking van medicijnen beïnvloeden.
Afwisseling
Je mag je konijn lekkere groenten en fruit geven, maar zorg voor afwisseling. Geef niet elke dag hetzelfde en ook niet te veel. Een klein stukje is in verhouding al snel meer dan je denkt.
Samengevat
Zo ziet de dagelijkse portie voer voor je konijnen eruit:
Hooi | 80% |
Groenvoer | 10%-15% |
Brokjes | 5% |
Fruit/snoep | Paar procent |
Knaagmateriaal
In dierenwinkels wordt vaak veel knaagmateriaal aangeboden in de vorm van sticks, drops en knaagstenen. Deze producten bevatten vaak erg veel suikers en/of zouten. Als je je konijn iets te knagen wil geven, leg dan een tak van veilige boomsoorten in het hok. Veilige boomsoorten zijn onder andere de wilg, berk, beuk en eik.
Wil je meer informatie over de voeding van je konijn? Raadpleeg je dierenarts of vind hier je dichtstbijzijnde dierenkliniek.