Dementie bij je hond – wordt jouw hond vergeetachtig?

Je hebt vast wel eens van dementie en Alzheimer gehoord. Misschien ken je zelfs iemand die hier aan lijdt. Wij als mensen gebruiken onze hersenen voor veel moeilijke taken. Maar hoe zit het met onze dieren?

oude hond

Als je hersenen ineens minder goed werken is dit een hele nare ervaring. Het verlies van geheugen en het niet meer herkennen van onze naasten zijn misschien wel de meest dramatische voorbeelden van gevolgen van deze ‘ouderdomsziekten’ van de hersenen. Bij honden komt ‘dementie’ ook voor. De aandoening is op een aantal gebieden vergelijkbaar met dementie bij mensen.

Dementie bij je hond

De wetenschappelijke term voor dementie bij honden is Canine Cognitive Dysfunction Syndrome, afgekort CDS. Dit betekent letterlijk dat de hersenfunctie van je hond om een bepaalde reden verstoord is.

Oorzaak

CDS is een syndroom. Het is een verzameling van symptomen die het gevolg zijn van hersenveranderingen veroorzaakt door een hersenziekte. Deze hersenveranderingen zie je vaak bij honden op oudere leeftijd en zorgen voor verlies van bepaalde hersenfuncties. Deze hersenziekte is grotendeels vergelijkbaar met Alzheimer (een vorm van dementie) bij mensen. Het ontstaat bij je hond door ophoping van bepaalde eiwitten in de hersenen. Hierdoor worden de hersenen aangetast. Er blijven daardoor minder werkzame cellen over. Dit is ook te zien aan de hersenen: deze worden meetbaar kleiner. In het beginstadium merk je nog niet veel aan je hond. Maar als de schade te groot is, kan het zijn dat je de symptomen van dementie bij je hond gaat zien. Het wordt niet veroorzaakt door overige medische aandoeningen, zoals onder andere metabolische ziektes (zoals suikerziekte), kanker, ontstekingen of sensorische uitvalverschijnselen (bijv. een verminderd gezichts- of gehoorvermogen). Wel kunnen gedragsveranderingen op latere leeftijd een medische oorzaak hebben. Het is dus echt een ziekte van de hersenen en het is ook progressief.

Symptomen

Meerdere symptomen of verschijnselen kunnen wijzen op dementie bij je hond. De onderstaande lijst kan je helpen de symptomen te herkennen. Je dierenarts kan echter als enige de diagnose stellen. Raadpleeg bij twijfel of vermoeden daarom altijd je dierenarts.

De verschijnselen van dementie kunnen we samenvatten tot het woord DISHA:

D – Desoriëntatie
Je hond raakt de weg kwijt bij wandelingen, herkent bekende plekken niet meer, probeert de verkeerde kant van de deur te gebruiken.

I – Interactie
Sommige honden worden minder sociaal in hun gedrag naar de eigenaar of naar andere dieren, anderen worden juist aanhankelijker.

S – Slaapcyclus
Je hond slaapt meer gedurende de dag. Soms wordt hij ’s nachts wakker en dwaalt door het huis. Het slaapritme raakt verstoord.

H – Huistraining
Je hond verliest herinnering van aangeleerd gedrag, zoals zindelijkheid en aangeven wanneer hij naar buiten moet. Dit kan zowel voor de hond als voor jou als eigenaar vervelend zijn.

A – Activiteit/angst
Dieren kunnen minder speels worden of juist veel actiever of onrustiger. Het onrustige gedrag kan een uiting van angst zijn. Deze angst kan je hond tonen door veel te huilen of janken. Daarbij komt angst voor geluid, nieuwe situaties of mensen die vroeger bekend waren.

Naast de bovengenoemde symptomen kan de ‘L – Leren en geheugen’ nog worden toegevoegd. Veel honden met dementie hebben moeite met het leren van nieuwe routines en taken of het herkennen van nieuwe mensen.

Diagnose

Een diagnose voor CDS wordt vaak gesteld door een vraaggesprek met de dierenarts of specialist (neurologie of gedragsgeneeskunde). Ook kan voor het onderzoek nodig zijn een scoreformulier in te vullen of een MRI-scan te maken. De MRI-scan brengt afwijkingen aan de hersenen in beeld. Verder is het belangrijk dat andere ziektes die overeenkomende symptomen kunnen veroorzaken uitgesloten worden. Hiervoor zal de dierenarts misschien bloedonderzoeken of overige onderzoeken moeten uitvoeren.

dementie bij je hond

Behandeling

Er is bij mensen veel onderzoek gedaan naar hersenziekten. Omdat zoveel mensen jaarlijks de diagnose Alzheimer krijgen, is er veel geld gestopt in onderzoek naar geneesmiddelen en therapie voor deze aandoening. Helaas heeft dat nog weinig bruikbare middelen opgeleverd. Als ander onderzoek, zoals bloedonderzoek, wijst op andere lichamelijke aandoeningen die effect hebben op de hersenen, moeten die ook behandeld worden. Als eigenaar kun je de kwaliteit van het leven van je hond wat makkelijker maken door een aantal aanpassingen te doen.

Algemene adviezen
Er zijn voor mens en dier wel wat adviezen te geven. Afhankelijk van medicatie gericht op specifieke klachten, kan een goed dieet en eventuele supplementen daarvoor soms verergering van symptomen tegengaan. Verder helpt het om te zorgen dat de hond adequate en gepaste lichaamsbeweging in de buitenlucht krijgt (zoals wandelen en/of zwemmen). Ook kan cognitieve voeding helpen, zoals ‘voedingspuzzels’. Hiermee gebruikt de hond zijn hersenen om aan voedsel te komen dat voor hem verstopt is in bijvoorbeeld een puzzel.

Vooruitzicht

Aftakelen van de hersenen kun je helaas niet tegengaan. Na een bepaald punt is er ook weinig wat je als eigenaar voor je hond kunt doen. Het verloren hersenweefsel kan niet ‘teruggroeien’. Door goede begeleiding van de dierenarts kan echter wel een acceptabele situatie voor zowel dier als eigenaar worden gecreëerd. Als de CDS in een vroeg stadium wordt ontdekt, kunnen er aanpassingen worden gedaan om de achteruitgang van de hersenen te vertragen. Denk hierbij aan het al eerder genoemde aanpassen van het dieet, de levensomstandigheden en eventuele aanvullende medicatie of supplementen. Vraag je dierenarts om meer informatie over een gezondheidscheck voor oudere dieren.

Heb je vragen of wil je advies over CDS bij je hond? Raadpleeg dan je dierenarts. Laat je senior hond nakijken met een Gezondheidscheck voor oudere honden of vind een dierenarts bij je in de buurt.

Artikel geschreven met hulp van Koen Santifort (dierenarts specialist neurologie (DVM, MSc, dipl. EBVS) en Valerie Jonckheer-Sheehy (dierenarts specialist, dipl. gedragsgeneeskunde, dipl. dierenwelzijn).