Voorkom stress bij je katten
Door de nieuwe kat op de goede manier te introduceren in jouw huishouden voorkom je veel stress bij je andere katten. Stress kan veel teweegbrengen; van onzindelijkheid tot agressie. En je krijgt voor deze introductie maar één kans. Gaat het mis, dan is het erg lastig om de introductie goed over te doen. Bereid je dus goed voor op de komst van de nieuwkomer.
Observeer je kat(ten)
Katten leven in zogenaamde “sociale groepen”. Deze groepen bestaan uit één of meerdere katten en kan je herkennen doordat katten uit één groep onderling regelmatig contact met elkaar hebben. Dat kan zijn: samen eten, samen slapen of elkaar wassen. Het kan dus ook zo zijn dat een groep uit maar één kat bestaat. Katten die niet tot dezelfde groep behoren kunnen ook goed in een huis wonen, maar zullen elkaar niet opzoeken. Observeer je katten dus voor de komst van een nieuwe kat op de aanwezigheid van groepen, zodat je hier rekening mee kan houden.
Welke voorbereidingen moet je treffen?
Zorg dat de nieuweling een eigen kamer met voerbakjes, kattenbak, genoeg ligplaatsen en speeltjes krijgt, waar de huidige kat niet kan komen. Ze mogen elkaar ook niet kunnen zien. Probeer een ruimte met rust te creëren; een voordeur die hard dicht slaat of een douchekraan die plots open gaat bezorgen de nieuwkomer misschien stress.
Gebruik feromonen in de aparte kamer van de nieuwe kat, maar ook in de ruimte waar je andere kat het meeste verblijft. Feromonen zijn lichaamseigen stoffen die de stress helpen verminderen. Ze zijn te verkrijgen bij de dierenarts in een verdamper of via een spray.
Volwassen kat of kitten?
Het maakt voor de manier van introduceren niet uit of je nieuwe huisdier volwassen is of nog een kitten. Over het algemeen zijn kittens meegaand waardoor het introduceren mogelijk sneller verloopt.
De introductie
En dan is het zover, de nieuwe kat is in zijn/haar kamer ingetrokken. Het is nu aan jou om ze langzaam aan elkaar voor te stellen.
Dit doe je volgens een stappenplan:
- Veeg met een doekje of dekentje langs de mondhoeken van alle katten (“kopjes geven”). Hier zitten de geurklieren die ze gebruiken om de woonomgeving mee te markeren. Gebruik voor elke kat een ander doekje en laat ze hierna aan elkaars doekje ruiken.
- Zorg dat jij ook een band opbouwt met de nieuwe kat. Ga in de aparte kamer zitten lezen of speel met de nieuweling. Wanneer hij of zij jou goed kent, is de stap naar het contact met de andere kat minder stressvol.
- Zet je kat een paar keer per dag apart (bijvoorbeeld in de keuken), zodat je de deur van de kamer van de nieuwe kat open kan zetten. Hij of zij kan nu op het gemakje de geur en de leefomgeving van de andere kat in zich opnemen. Wanneer de nieuwe kat terug in de aparte kamer is, kan je andere kat op zijn beurt de geurtjes van de nieuwe kat in zich opnemen.
- Laat ze dagelijks met elkaar spelen met een touwtje of veertje onder de deur van de aparte kamer door. Zo komen ze op een positieve manier met elkaars luchtje in contact. Wanneer dit zonder grommen en blazen gaat kan je de volgende stap nemen.
- Het kan lang duren voordat je tot de werkelijke introductie over gaat, maar geduld is een schone zaak. De ene kat heeft nu eenmaal meer tijd nodig dan de andere. Wanneer je de katten daadwerkelijk kennis met elkaar laat maken, is het belangrijk dat je er zelf altijd bij blijft. Zorg dat ze elkaar eerst alleen van een afstandje zien. Wanneer dit goed gaat, kan je ze dichterbij roepen en iets lekkers geven of even spelen. Zorg voor voldoende verstopplekken en houd de ontmoeting kort! Een paar minuten is de eerste keren genoeg. Dit kan je langzaam uitbouwen.
Wanneer dit alles goed gaat en de katten bij elkaar in een ruimte leven, is dit nog geen garantie dat ze in elkaars groep leven. Daarom is het dus goed dat je de groepen in huis herkent. Twee katten die op een bed liggen, zitten misschien toch niet in dezelfde groep. Ze gedogen elkaar maar zijn geen vrienden. Hoe meer groepen in huis, hoe meer kattenbakken en voerplaatsen er moeten zijn, zodat je stress tussen de groepen voorkomt. Over het algemeen geldt de regel: plaats één kattenbak per kat in huis en zet er een extra bij. Hiermee voorkom je onzindelijkheid door de stress van te weinig kattenbakken.
Niet doen!
- Een ontmoeting forceren. Laat ze niet gedwongen aan elkaar ruiken of samen op schoot zitten. Katten geven zelf aan wat ze wel en niet willen tijdens een ontmoeting.
- Dicht bij elkaar voeren. Dit wordt weleens geadviseerd om de katten aan elkaar te laten wennen, maar dit werkt niet. Het moment van eten moet altijd een moment van rust blijven en mag hier dus niet voor gebruikt worden.
- Laat ze niet vechten. Sommige mensen adviseren om “ze het uit te laten vechten” maar dit is erg onverstandig. Op deze manier zal de introductie alleen maar langer duren en is de kans groot dat de katten elkaar niet gaan accepteren in huis.
- Straffen. Gebeurt er iets waarmee je het niet eens bent? Ga niet schreeuwen, straffen of met de plantenspuit sproeien. Omdat de introductie al een stressvolle situatie kan zijn, zal straffen dit alleen maar verergeren. Je kan ongewenste situaties beter voorkomen.
Tot slot
Het is belangrijk de chip van je nieuwe kat te registreren op jouw naam en adres. Je gaat er niet van uit, maar mocht je kat in een onbewaakt moment de deur uit glippen dan is hij sneller weer gevonden met een goed geregistreerde chip.
Vragen of problemen met de introductie?
Schroom niet om een van onze dierenartsen te raadplegen wanneer je problemen hebt met de introductie, of andere hierover vragen hebt. Veel dierenartsen hebben een kattengedragsdeskundige in huis, die alle benodigde kennis bezit voor een goede introductie tussen jouw katten.