Een zoönose, wat is dat?

Huisdieren hebben een positieve invloed op onze gezondheid. Het aaien van een dier zorgt er bijvoorbeeld voor dat er gelukshormonen bij je vrijkomen. Maar onze huisdieren kunnen ook ziekteverwekkers bij zich dragen die besmettelijk zijn voor mensen. Wanneer deze ziekteverwekkers overgebracht worden op mensen, noemen we dit een zoönose. Gelukkig zijn zoönosen goed te voorkomen.

Zoönose

Hoe krijg ik een zoönose?

Er zijn verschillende manieren waarop je ziek kan worden van een dier:

  • Via voedsel. Bijvoorbeeld door het eten van rauwe eieren, vlees of melk. Ook rauwe groenten die niet goed gewassen zijn kunnen wormeitjes bevatten.
  • Contact met een besmet dier. Door aaien en knuffelen van een besmet dier kan je een ziekte oplopen. Ook door een krab of beet van dit dier.
  • Contact met besmette materialen. In de tuin of in een zandbak kan ontlasting liggen die besmet is.

Je hoeft dus zelf geen huisdier te hebben om een zoönose op te kunnen lopen.

Veel voorkomende zoönosen

De ziekteverwekkers die voor een zoönose kunnen zorgen zijn parasieten, bacteriën, schimmels en virussen. Sommigen zijn erg onschuldig, sommigen zijn wel gevaarlijk.

Voorbeelden van zoönosen:

Wie loopt er een risico?

Een risico op een zoönose lopen we allemaal. Maar er zijn mensen die een verhoogd risico lopen, bijvoorbeeld wanneer je met dieren of dierlijke producten werkt. Mensen die in een bepaalde risicogroep vallen kunnen eerder ziek worden van een zoönose. Dit zijn jonge kinderen, ouderen, zwangere vrouwen en mensen met een zwak immuunsysteem.

Een zoönose voorkomen

Als huisdiereigenaar is het belangrijk dat je parasieten bij je huisdier voorkomt. Ontworm je hond of kat regelmatig, zeker wanneer ze jong zijn, of laat regelmatig ontlasting controleren bij de dierenarts. Vaccineer je dieren en bestrijd vlooien en teken het hele jaar door. Verschoon dagelijks de kattenbak en ruim hondenpoep op. Wanneer je zwanger bent bestaat er een risico op een toxoplasma infectie bij het verschonen van de kattenbak. Doe dit altijd met handschoenen of laat iemand anders dit doen. Laat je dier niet aan gezichten of aan wonden likken.

Zorg daarnaast voor een goede hygiëne. Was je handen met water en zeep na het tuinieren, maak de nagels goed schoon. Doe dit ook na contact met (zieke) dieren en laat dit de kinderen ook doen na het buitenspelen. Bestrijd muizen en ratten in en om het huis.

Wees voorzichtig met voedsel. Bewaar het bij de juiste temperatuur en verhit het door en door zodat het gaar genoeg is om te eten. Was rauwe groente en fruit goed. Pas op met het vastpakken en snijden van rauw vlees. Drink geen rauwe melk.

Voorkom een zoönose, houd je aan deze regels:

  • Zorg voor een goede hygiëne, was regelmatig je handen
  • Ontworm je hond of kat regelmatig
  • Verschoon de kattenbak dagelijks en ruim hondenpoep op
  • Eet geen rauw vlees en was groente en fruit goed
  • Laat je dier niet aan gezichten of wonden likken

 

Vermoed je dat je een zoönose hebt opgelopen? Wacht dan niet af en bezoek een huisarts. Is je dier (ook) ziek? Raadpleeg dan een dierenarts. Een aantal zoönosen moeten verplicht aangegeven worden bij de overheid. Bekijk ook de website van het RIVM voor meer informatie.

Wil je meer informatie over een zoönose? Of verdenk je je dier van een besmettelijke ziekte? Raadpleeg dan je dierenarts! Je kunt hier een bij je in de buurt vinden.