Een urineonderzoek kan nodig zijn om te ontdekken waarom je hond bijvoorbeeld veel drinkt en veel plast, of wanneer je dier blaasproblemen heeft. Met behulp van een urineonderzoek kan er een juiste diagnose gesteld worden.
Hoe vang je de urine van je hond op?
Om urine te kunnen onderzoeken moet deze schoon zijn en mag het ook niet te weinig zijn. Er is minimaal drie tot tien milliliter nodig voor een goed onderzoek. Deze hoeveelheid is te vergelijken met de inhoud van één dessertlepel.
We vertellen je hoe je de urine van je hond op de goede manier kunt opvangen.
- Vang de urine tijdens het plassen op in een schoon potje of bakje. Zorg ervoor dat het direct af te sluiten is met een deksel. Giet het eventueel over in een urinecontainer van de dierenarts. Deze is nog nooit gebruikt en kan stevig afgesloten worden. Zwenk de urine voor het overgieten zachtjes, maar goed heen en weer. Zo loopt ook eventueel naar de bodem gezakte inhoud ook over in de container.
- Wil je toch een potje van thuis gebruiken, verzeker je er dan van dat er geen etensresten of zeepresten meer in zitten. Een lege jampot kan bijvoorbeeld nog sporen van suiker bevatten en zo een verkeerde uitslag geven.
- Vang bij voorkeur de ochtendurine op.
- Vang de urine op als je hond al aan het plassen is. Zo is het zand en vuil dat eventueel in de haren hangt al weggespoeld en komt het niet meer in de urine terecht.
- Mogelijk schrikt je dier wanneer je tijdens het plassen plotseling over hem heen buigt. Probeer het dan eens met een soeplepel. Deze heeft een lange steel, waardoor je op een redelijke afstand kunt blijven staan.
- Breng de opgevangen urine indien mogelijk direct naar de dierenarts. Hoe verser deze is, hoe beter. Lukt het echt niet om langs te gaan, bewaar de urine dan in de koelkast.
Urine opvangen bij een reu
Als je een reu hebt dan is het opvangen van de urine bij je hond niet ingewikkeld. Veel reuen tillen een achterpoot op tijdens het plassen, waardoor je een bakje of soeplepel onder de straal kunt houden. Let op dat je genoeg urine opvangt. Sommige reuen plassen steeds maar een klein beetje, waardoor je mogelijk meerdere keren achtereen urine zal moeten opvangen.
Urine opvangen bij een teef
Een teef plast meestal zittend, met het achterwerk dicht bij de grond. Hierdoor is het opvangen van de urine bij een teef doorgaans moeilijker dan bij een reu. Een bakje past er niet tussen en maakt haar misschien aan het schrikken. Gebruik dan eventueel een diep bord dat er beter onder past en probeer haar op de tegels of stenen te laten plassen. Zo komt er geen zand of ander vuil in de urine terecht.
Lukt het opvangen van de urine niet?
Wanneer het opvangen van de urine van je hond niet lukt, kan de dierenarts helpen. De medewerkers van de dierenkliniek kunnen de urine voor je opvangen. Lukt dit ook niet, dan kan de dierenarts door middel van een katheter wat urine afnemen. Dit gebeurt enkel bij reuen, omdat het katheteriseren bij een teef niet makkelijk gaat. Voor sommige onderzoeken is er steriele urine nodig. De dierenarts zal dan urine direct uit de blaas afnemen, met behulp van een echo en een blaaspunctie. Dit bespreekt de dierenarts van tevoren.
Hoe kan je het beste de urine van de hond bewaren?
De opgevangen urine dient zo vers mogelijk te zijn. Hierdoor is het urineonderzoek het meest nauwkeurig. Wanneer je de urine van je hond moet bewaren, bijvoorbeeld omdat de dierenkliniek nog dicht is, zet het dan even in de koelkast.
Urine die te lang of verkeerd bewaard is, geeft mogelijk een onbetrouwbare uitslag. Zo kunnen er na een poosje kristallen in de urine gevormd worden, die er normaal niet in zouden zitten. Bewaar de urine daarom niet langer dan vier uur in de koelkast.
Wanneer is het verstandig om een urineonderzoek te doen?
Wanneer je hond afwijkend (plas)gedrag vertoont, is dit een reden om een urineonderzoek te laten doen. Bijvoorbeeld wanneer je hond ineens kleine beetjes plast, wanneer je hond binnen plast, of als hij veel meer drinkt en plast dan anders. Elke hond kan wel eens een ongelukje in huis hebben, maar wanneer het vaker dan een keer gebeurt is dit altijd een reden om de urine te laten onderzoeken. Je dier kan een blaasontsteking hebben, of een ander probleem zoals een baarmoederontsteking of diabetes. Daarnaast kan de dierenarts een urineonderzoek uitvoeren als aanvulling op een onderzoek, bijvoorbeeld als je hond veel afvalt of als aanvulling op een seniorscreening.
Hoe gaat het urineonderzoek van een hond in zijn werk?
Het urinemonster wordt op verschillende manieren onderzocht:
- Er wordt beoordeeld of de urine helder of troebel is en welke kleur het heeft.
- Met een refractometer wordt er gekeken of de urine geconcentreerd of juist waterig is.
- Een teststrip bepaalt de aanwezigheid van bloed, eiwit en glucose. Ook wordt de zuurgraad hiermee gemeten.
- De centrifuge draait het urinemonster rond, zodat het sediment onder de microscoop onderzocht kan worden.
Het grootste deel van een urineonderzoek bij de hond vindt plaats in de dierenkliniek zelf. In sommige gevallen moet de urine opgestuurd worden naar een gespecialiseerd laboratorium voor aanvullend onderzoek (bijvoorbeeld bij verdenking op de ziekte van Cushing). Ook dan is er steriel afgenomen urine nodig (door de dierenarts, via een blaaspunctie).
Veelgestelde vragen over urine opvangen bij de hond
Hoe oud mag urine zijn voor een onderzoek bij de hond?
De opgevangen urine moet zo vers mogelijk onderzocht worden. Wanneer onderzoeken niet direct lukt, kan je de urine van de hond maximaal vier uur in de koelkast bewaren. Hierna is het monster niet meer betrouwbaar.
Waarom heeft ochtendurine de voorkeur bij honden?
Ochtendurine is vaak erg geconcentreerd. Wanneer je deze onderzoekt is de uitslag van het onderzoek het meest betrouwbaar.